vrijdag 7 december 2012

Overheid moet marktprijzen respecteren



De reactie van politici in de VS op de storm Sandy is uiterst leerzaam voor ons voor wat betreft de rol van marktprijzen in een economie en de rol van de overheid daarin.
In New York City ontstonden als gevolg van de stormschade problemen met de aanvoer in benzine. Tekorten leidden in New Jersey tot rijen voor de benzinepompen, mensen moesten urenlang wachten en gingen met jerrycans in de weer om niet zonder te komen zitten. Een storm veroorzaakt nu eenmaal schade, niet? De stroom valt uit omdat hoogspanningsleidingen zijn onderbroken, wegen zijn geblokkeerd zodat herstelteams dagen en zelfs weken nodig hadden de zaak te repareren. Allemaal heel natuurlijk, en maar goed dat er een overheid is om de mensen te helpen, nietwaar?
Behalve dan dat de rijen voor de benzinepompen door de overheid zijn veroorzaakt en niet door het natuurgeweld.
Een aanvoerprobleem, wat de oorzaak ook is, leidt tot hogere marktprijzen. Is het de taak van de overheid dit te verhinderen, zodat mensen toch aan de noodzakelijke spullen kunnen komen? Het antwoord is nee, het tegendeel is waar. Als de benzineprijs scherp hoger wordt gaan mensen minder gebruiken. Ze doen de tank halfvol of nog minder, en proberen het daarmee uit te zingen tot de prijs weer wat normaler wordt. Dat is dus wat er móet gebeuren: de markt rantsoeneert hier zoals altijd het schaarse goed. De markt reageert op bewegingen in vraag of aanbod of beide. Is het nu heel erg dat er pomphouders zijn die tijdelijk wat meer geld binnen halen? Dit immers is wat de overheid – in dit geval gouverneur van New Jersey Chris Christie en NYC burgemeester Bloomberg– tot actie beweegt. Zij verklaart dat de pomphouders hebzuchtige ondernemers zijn en kondigt wetten af tegen price gouging, waarbij zij de ondernemers dwingt de oude prijs te rekenen. Deed de overheid dit niet, maar liet zij de marktprijs werken, dan zouden de pomphouders het extra verdiende geld misschien wel investeren in bijvoorbeeld een generator om ook in business te kunnen blijven als de stroom uitvalt en opnieuw te profiteren van de hogere prijzen.
Maar dit gebeurde dus niet. De prijs bleef op last van de autoriteiten laag ondanks de verminderde aanvoer. Dit maakte dat mensen een benzinevoorraad wilden aanleggen. In plaats van hun consumptie te beperken voerden ze hun consumptie op. Dit veroorzaakte de rijen voor de pomp en de urenlange wachttijden. De overheid overrulede de automatische rantsoeneringswerking van de markt en de mensen reageerden met – onder de omstandigheden – ongewenst gedrag: ze gingen hamsteren.
Dit voorbeeld geeft mooi aan hoe de markt, aan zich zelf overgelaten, via prijsbewegingen de schaarse goederen op een rationele manier verdeelt en hoe de autoriteiten dit natuurlijke en spontaan verlopende proces kan verstoren.

We kunnen de argumentatie uitbreiden en ze toepassen op álle overheidsinterventies die door manipulatie van prijzen de doelen die de overheid (eigenlijk politieke partijen) zich stelt. Op de manier waarop ziektekostenverzekeringen worden aangeboden, op lonen, op de rente. Want lonen en rente, en premies voor verzekeringen zijn allemaal prijzen. In onze maatschappij is de overheid overal als kippen bij om de markt te ‘corrigeren’ en in te grijpen in de contractuele relaties tussen burgers.
Laten we de lonen eens nemen. Ook hier geldt dat de prijzen die zich in een vrije marktsituatie voor de lonen, d.w.z. voor de verschillende kwaliteitssoorten van arbeid, vormen, de markt voor de productiefactor arbeid klaren. Dat betekent dat – in vrijheid – een ondernemer of bedrijfsleider zoveel arbeid van de gewenste kwaliteit kan kopen die hij of zij wil, zolang deze bereid is de marktprijs ervoor te betalen. Dit geldt immers voor iedere consument voor alle producten en diensten. Als zich normaal prijzen kunnen vormen zijn er geen overschotten of tekorten. Die ontstaan pas als de staat prijsplafonds (ter ondersteuning van een groep gefavoriseerde consumenten) of prijsvloeren (ter ondersteuning van een groep gefavoriseerde producenten) afkondigt, of prijzen met behulp van subsidies of boetes gaat beïnvloeden. Kijk voor de oorzaak van structurele werkloosheid dan ook niet verder dan de wet- en regelgeving betreffende arbeid, zoals die namens de overheid wordt afgedwongen en uitgevoerd door de staatsbureaucratie en de vakbonden. Structurele werkloosheid zoals die in onze overgereguleerde maatschappij endemisch is geworden komt in een vrije markt niet voor. Het is een typisch overschotprobleem, zoals dat ook voorkomt bij allerlei landbouw- en zuivelproducten als gevolg van de EU-landbouwsubsidies.
Maar ook bij antidiscriminatiewetgeving vindt iets dergelijks plaats. Als een werkgever een vrouw inhuurt en met haar een loon van € 40.000 afspreekt, en een half jaar later een man die € 80.000 krijgt, is dat verschil dan veroorzaakt door discriminatie van de kant van de werkgever? Nee, die bedragen weerspiegelen wat hun arbeid op dat moment waard was. Ze zijn marktprijzen die zich vormen naar de concrete omstandigheden van het moment dat de onderhandeling plaatsvond. Bij die ‘omstandigheden’ kunnen allerlei overwegingen een rol spelen. Misschien stemde de vrouw in met het lagere bedrag omdat het werk voor haar in de buurt gevestigd was, of omdat ze in een tweeverdienersituatie zit en hiermee op dat moment tevreden was. In het geval van de man was misschien zijn verleden en reputatie bekend bij de werkgever en was hij bang dat de werknemer door een andere werkgever zou worden ingepikt, of was de markt waarop het bedrijf van de werkgever opereerde inmiddels aangetrokken, zodat een hoger bedrag werd geboden.
Prijzen zijn het resultaat van de vrije onderhandeling tussen twee of meer burgers, waar de overheid met haar dwangmiddelen in principe helemaal geen rol heeft te spelen. Ook geeft dit aan dat prijzen epistemologisch historische gebeurtenissen zijn. Ze zijn een neerslag van de unieke en onherhaalbare omstandigheden – en waardetoekenningen – van dat moment.
Het prijsmechanisme is de spontane manier waarop schaarse goederen worden verdeeld en waarop productiemiddelen worden toegekend aan de meest efficiënte producent. De ontdekking dat dit een rechtvaardig en de algemene levensstandaard verhogend proces is, komt op naam van de klassieke economen van de 18de en begin 19de eeuw, en van de economen en filosofen van de Oostenrijkse School. Keynes’ valse theorie gaf de politici de rechtvaardiging voor wat ze toch al wilden doen en deden: ingrijpen in de markt, prijzen en lonen van bovenaf bepalen en uiteindelijk centrale planning van de productie. Omdat we leven in een tijd van vérgaande interventie door de politici wereldwijd in de affaires van de burgers, in de markt, moeten we het gepruts van die politici nu kunnen herkennen voor wat het is: disrespect voor marktprijzen en miskenning voor de planning die burgers voor eigen rekening uitvoeren in het kader van hun pursuit of happiness.

zondag 2 december 2012

Ich weiß nicht, was für ein Ende diese Geschichte nehmen wird. Ich glaube ein übles.



Dat de huidige financieel-economische orde die gebouwd is op kredietinflatie en fiatgeld zijn einde tegemoet snelt wordt niet betwijfeld door de commentatoren die bekend zijn met de economische inzichten van de Oostenrijkse School, maar wat komt er na die newdeal-orde? Zien we dan de libertaire heilstoestand die vrijheid én welvaart brengt verschijnen? Waarschijnlijker is een ander scenario. De 'Oostenrijkse' economische theorie zegt:

De interventies van de staat in de economie hinderen de normale werking van de vrije markt en de verstoringen vormen zelf weer de rechtvaardiging voor verder gaande nieuwe interventies, en het logische eindpunt van deze ontwikkeling is de Zwangswirtschaft als onder de Nazi’s: de economie met centrale planning van de productie door de overheid.

Ludwig von Mises zei:

Socialisme is niet een alternatief voor de vrije ondernemingsgewijze productie. Het alternatief voor vrijheid is chaos, niet: orde.

Veel intellectuelen denken dat vrijheid staat voor de chaos van de markt. Maar het is juist de staat die met haar interventies de spontaan tot stand gekomen orde van het kapitalisme verstoort en, als ze daarmee doorgaat, vernietigt.
De schuldencrisis wordt veroorzaakt doordat overheden, die als gevolg van het fiatgeldsysteem en de geldcreatie die hierdoor mogelijk werd, onbeperkt andermans geld kunnen uitgeven. Dat zijn ze vervolgens als een razende gaan doen: dure legers, dure welvaartsregelingen (vermomd als verzekeringen, maar als iemand premie móet betalen aan de staat dan is dat toch een belasting). Het resultaat zal een periode van chaos zijn. Als namelijk het vertrouwen in de waardevastheid van de munteenheid instort is dat als een infarct van de circulatie: de uitwisseling van goederen en diensten kan helemaal tot stilstand komen. Een dergelijke crisis maakt vervolgens ‘bijzondere maatregelen’ van de zijde van de overheid mogelijk en waarschijnlijk. En die maatregelen zijn noodgedwongen van een dictatoriaal gehalte: opschorting van allerlei burgerrechten als vrijheid van vestiging en oponthoud en van meningsuiting, confiscatie van privébezit aan goud en zilver, en kapitaalcontroles. Die laatste zijn nog de minste en zijn in Italië al van kracht.
Al met al resulteert dus het interventionisme van de staten in totalitaire staten en niet, althans niet direct, in meer vrijheid.
Het grootste gevaar is dat mensen denken dat de crisis wordt veroorzaakt door te veel markt, te veel vrijheid en kapitalisme en dat ze de bijzondere maatregelen zullen toejuichen of die zelfs op hoge toon van de overheid eisen. We kunnen ervan uitgaan dat de staatspropaganda dan ook voortdurend op dit punt zal blijven hameren: “niet wij de politici en bureaucraten zijn de schuldigen, maar de ondernemers, de bankiers en de speculanten met hun hebzucht.”
We kunnen alleen maar hopen dat de geldcrisis meer mensen aanzet tot het lezen van Von Mises, Rothbard, etc. Alleen als de mensen meer vrijheid eisen zullen politici iets doen. Alleen als politici door de kiezers gedwongen worden iets van hun interventionistische macht prijs te geven is er hoop.

zaterdag 27 oktober 2012

De terreuraanval van Benghazi

Glenn Beck interviewde de vader van één van de slachtoffers van de terreuraanval van Benghazi.(Beide video's: 18 min.) Misschien mag ik een beroep op u doen dit te bekijken. Bekijk ook het Special Report van Bret Baier (40 min.) waarin details over de aanval.
Wie dit bekijkt krijgt eens iets te horen over wie er nu in de VS de controle heeft over het beleid: Obama, Biden en Clinton. Je gelooft het niet. Ze wilden dagenlang niets horen over een georganiseerde terreuraanval. Ze hielden vol dat het  die video was! Nadat het trio zich vier jaar lang  wijsgemaakt heeft dat Al-Qaeda aan de verliezende hand was en zich daarmee het recht gaven niets te doen, ontploft de werkelijkheid nu in hun gezicht en worden ze geconfronteerd met landgenoten die in een kist worden teruggevlogen en moeten ze nabestaanden troosten. En dat gaat ze nogal stroef af, vertelt Charles Woods die zijn zoon Tyrone verloor. Uit het transcript:
Shaking hands with [Obama] quite frankly was like shaking hands with a dead fish. His face was pointed towards me but he would not look me in the eye. His eyes were over my shoulder and not in a forceful voice said ‘I’m really sorry Mr. Woods.’”
“And I could tell he was not sorry. He had no remorse,” Woods continued.
“The Vice President was also there,” Woods explained. “He said ‘I’m Joe Biden’. He said he had received one of these ‘damn phone calls’ when he had lost a family member. And then about a half hour later he approached me and said – and these are the exact words  he said I don’t speak like this – quote and in an extremely loud and boisterous voice he said: ‘Did your sons always have balls the size of cueballs?’”
“I will ask you the question: Is that the voice of someone who is truly sorry?” Woods asked Glenn.
Obama heeft het recht verloren President te zijn. Clinton is een ijskouwe die liegt alsof het gedrukt staat en die Joe Biden is gewoon een ongelooflijke lul.

dinsdag 23 oktober 2012

Waarom mensen single blijven



Wat is de reden dat in onze tijd al te veel vrouwen hun vruchtbare periode laten verlopen zonder een gezin te stichten? Een vraag niet zonder belang immers, omdat in Nederland en heel het Westen de vruchtbaarheidscijfers zijn ingestort, zodat de oorspronkelijke bevolking bezig is te krimpen; althans, alleen op het peil nodig om een dure welvaartsstaat te handhaven kan worden gehouden door massa-immigratie uit Noord-Afrika toe te staan. (Wat een geweldig goed idee was dat!)
De reden is dat de overheid iedereen een inkomen garandeert. Met allerlei uitkeringen, opgebracht door de werkenden – dat wil zeggen, de mensen die een inkomen genereren in de echte, de vrije economie, níet die voor de overheid werken – van ouderdomspensioenen tot bijstand, “zorgt” de overheid ervoor dat niemand ooit zonder inkomen komt te zitten. Dit is trouwens conform de grondwet, die de overheid deze “zorgplicht” oplegt.
Het gezin was, vóór deze garantie tot stand kwam, behalve de basale sociale eenheid, toch ook de basale economische, dat wil zeggen, productie-eenheid. Lid te zijn van een gezin gaf economische zekerheid, mits de vent zijn mannetje stond en voldoende inkomen genereerde om vrouw en kinderen van te onderhouden. Nu dat niet meer hoeft heeft deze eenheid zijn economische functie verloren en sindsdien prolifereert het aantal singles ongehinderd.
Het is een ironisch feit dat het CDA, dat toch een sleutelrol vervulde bij het tot stand komen van deze verzorgingsstaat en in 1983 bij de bijbehorende omzetting van de liberale grondwet in een socialistische, lange tijd de leuze van “het gezin als hoeksteen van de samenleving” voerde. In feite heeft het CDA het instituut van het gezin gekeeld.

vrijdag 19 oktober 2012

Natiestaat: goed of kwaad

De discussie gisteravond bij Pauw en Witteman tussen Thierry Baudet en Corien Wortmann had een vervolg op twitter. Steun voor Baudet van Alexander Sassen van Elsloo, maar ik had een enigszins genuanceerd standpunt. Hoewel ik sympathiseer met Baudet´s argumenteren tegen de al te gemakkelijke veroordeling van de natiestaat, die immers alleen maar dient om die centralistische federale Europese Unie erdoor te krijgen, vond ik zijn argument dat imperialisme, niet de natiestaat an sich, de oorzaak van de Europese oorlogen was wat zwak, maar vooral beside the point. De roep om steeds engere unie in Europa vindt zijn oorzaak vooral in het feit dat alle lidstaten op verregaande wijze in de economie ingrijpen. Zo ver dat we niet langer van vrije economieën of van kapitalisme kunnen spreken. We zijn inmiddels semi-socialistische staten geworden, en dat geldt ook voor de Verenigde Staten. De verschillende interventies kweken geheel automatisch een roep om `harmonisering`, anders raken de staten met elkaar in conflict. In een federale staat als de VS maakt dit dat de staten een ondergeschikte rol gaan spelen ten opzichte van de centrale regering. Dit is typerend voor al dit soort situaties. De interventies in één staat storen de marktverhoudingen in de andere. Een ware federatie met behoud van lokale zelfstandigheid is alleen compatibel met laissez faire.
Toen in Nederland werd voorgesteld de boeren te gaan subsidiёren, was het argument dat die anderen het ook deden en als we achterbleven zouden onze boeren worden weggeconcurreerd. Intussen subsidiёren we niet alleen de landbouw, maar hebben de gezondheidszorg gesocialiseerd, worden de huren door de staat gecontroleerd en woningbouwcorporaties door regelgeving van concurrentie van de markt afgeschermd, wordt de geldhoeveelheid al lang niet meer door vraag en aanbod bepaald, maar door een centrale bank, en hebben we tonnen aan `regelgeving` die de inhoud van arbeidscontracten en de specificaties van de producten van alle mogelijke takken van industrie voorschrijven. Daarbovenop neemt de overheid iedereen met een bedrijf of een baan in de echte economie een enorm stuk van zijn inkomen af in ruil voor een belofte van een gegarandeerd inkomen voor iedereen. De overheid, dat wil zeggen de politieke partijen, hebben volstrekt opzettelijk een financiële afhankelijkheid gecreëerd om zo verzekerd te zijn van een betrouwbaar electoraat. Die politieke elites werken nu samen in Europees verband om deze toestand te behouden. De graad van burgerlijke afhankelijkheid van de staat mag in geen geval afnemen. Dan raakt de partijenelite zijn greep kwijt. Een terugkeer naar normale marktverhoudingen, kapitalisme, is voor hun het ergste wat ze zich voor kunnen stellen. Het is hun nachtmerriescenario. Liever een fascistoïde centrale Europese staat dan een terugkeer naar gezond geld en vrije markten.
De huidige schuldencrisis is in feite de crisis van de interventionistische staat, en van de bijbehorende partijenelites. Hun manier van zich te handhaven in de macht stuit nu op onontkoombare economische wetten. Lukt het unificatiegambiet, dan worden we Amerika. Maar willen we dat? Amerika heeft alles wat de euro-elite voor de EU wil, één munt, één leger, en feitelijk één regering die er toe doet. Maar de Amerikaanse overheidsfinanciёn zijn er erger aan toe dan die van Griekenland en dit heeft dezelfde oorzaak. Een corrupte machtshongerige politieke elite schoof de vrijheid opzij en installeerde zich als de spreekwoordelijke made in het spek. Een akelige gedachte komt hier op: Is het de democratie zelf die dat interventionisme en de eeuwig groeiende staat veroorzaakt? Kiest de ene partij voor deze weg en kan de andere dan niet achterblijven? Het lijkt erop. 
De hele zaak werkt toe naar een nog veel grotere crisis. Maar je rilt bij de gedachte wat er ná die crisis komt. De kansen dat dat een Europa is van vrije, zelfstandige, handeldrijvende staten met zeer kleine overheid die goed met elkaar overweg kunnen wordt steeds kleiner.

maandag 8 oktober 2012

Griekenland



Econoom Bas Jacobs linkte op twitter een hartekreet dat meer bezuinigingen voor de Grieken hun pijn zal verergeren. Duh.
Maar wat moeten de Grieken dan doen?
Griekenland wordt gedwongen hard te bezuinigen omdat bondskanselier Merkel de euro koste het wat het kost wil redden. Daarom mag niemand uit de eurozone gezet worden: Anders volgen er meer. De Grieken kunnen het best de afbetaling van de niet af te betalen schuld afwijzen en uit de euro stappen. De IJslanders deden dat en het gaat daar prima.
Maar dat doen ze niet want de corrupte politici willen blijven lenen om de staatspensioenen te kunnen blijven uitkeren. Die welvaartsregelingen zijn overal in Europa en Amerika hét middel voor politieke partijen om zich in de macht te handhaven. Die uitkeringen creëren immers een van de staat afhankelijk en dus betrouwbaar stemvee electoraat. De welvaartsstaat is het laatste waar ze vanaf willen. Afknijpen, ja. Net als hier in Nederland. Maar afschaffen? Dat nooit!

zondag 7 oktober 2012

HetBozeOog’s plan voor duurzame verlaging overheidsuitgaven II



Nederland heeft een ander belastingstelsel nodig. De inkomstenbelasting is onrechtvaardig, hoort bij een repressieve, intrusieve en totalitaire overheid. Inkomstenbelasting drukt veel zwaarder op de lagere inkomens dan op hogere. Het is een regressieve belasting.
Dat het überhaupt bestaat is een indicator voor ons afglijden naar een totalitair stelsel in de loop van de twintigste eeuw.
Je ziet de onrechtvaardigheid ervan in als je de productiefactor arbeid ziet als een door ondernemers op de markt aangeboden product, zoals we ook verplicht zijn als we hier economisch over willen nadenken. Dit product, of liever deze productiefactor, wordt door een groot aantal individuele aanbieders aangeboden in ongelijke kwaliteitssoorten, die onderling sterk kunnen verschillen en dus ook een verschillende marktprijs opleveren. Om hun winst zo hoog mogelijk te laten zijn, streven veel van deze “arbeidsondernemers” ernaar de kwaliteit van hun product te verbeteren door te investeren in kennis. Maar ook wie dat niet doet zal door ervaring opdoen na verloop van tijd een product van hogere waarde kunnen aanbieden. Nu doet zich een merkwaardig verschil voor tussen deze arbeiders met de eigenlijke ondernemers. Terwijl de ondernemer alle investeringen mag aftrekken van de opbrengst en alleen belasting betaalt over de echte winst, doet de overheid alsof arbeiders geen ondernemers zijn en hun inkomen geen opbrengst waar de investeringen nog van afgetrokken moeten worden maar pure winst, die voor 100% belast wordt. Het resultaat is dus dat lagere inkomens, veelal inkomen uit arbeid, naar verhouding veel hoger worden belast dan de hogere, die meer uit kapitaalwinsten voortkomen.

Een nieuw pro-groei belastingstelsel kan zonder inkomstenbelasting, maar waaruit krijgt de overheid dan het geld nodig voor haar noodzakelijke functies?
De te hanteren vuistregel is dan dat je beter consumptie kunt belasten dan productie. Iedereen heeft er voordeel van als productie zo efficiënt en goedkoop mogelijk plaats kan vinden. Concurrentie zorgt daarvoor, maar de overheid kan gemakkelijk in de verleiding komen het bedrijfsleven als melkkoe te gebruiken, en dat is bij ons ook gebeurd. De overheid moet de accumulatie van kapitaal in privé-handen – de kern van het kapitalistische stelsel – zo weinig mogelijk verstoren. Alleen zo kan de levensstandaard optimaal zijn.
De belastingen op productie en kapitaalwinsten moeten weg, evenals die op erfenissen. De vennootschapsbelasting is een inrichting die, net als die de arbeidsrelaties regelende raad, de SER, tijdens de Duitse bezetting is ingevoerd. Vóór 1940 werd er over bedrijfswinsten geen directe belasting geheven.  Wikipedia:

Voorloper van de huidige Wet vennootschapsbelasting 1969 is het Besluit op de Winstbelasting 1940, dat in de periode van de Duitse bezetting werd ingevoerd. (Besluit van 26 juli 1940, Verordeningenblad nr 83/1940, Staatsblad nr. 405). Dit was voor het eerst dat er in Nederland rechtstreeks een belasting werd geheven van ondernemingen die niet door natuurlijke personen werden gedreven.

Dat zegt heel wat denk ik. Want de bezetter was niet alleen een dictator in politiek opzicht, maar vooral ook in economisch opzicht, d.w.z. de Duitsers waren socialisten.

Vervang de btw door een verkoopbelasting. De heffing rust alleen op het eindproduct, en wordt geheven wanneer het product naar de eindconsument gaat, en de productiekant wordt ontzien. De consument verlaagt zijn consumptie – vergeleken met de onbelaste situatie – en dit zal de winsten van de producenten en tussenhandel drukken, zodat zij aan de belasting indirect meebetalen. Het is in reële zin echter onvermijdelijk dat als de overheid middelen aan de vrije economie onttrekt, minder producten en diensten beschikbaar zijn voor consumptie. De overheid produceert immers zelf niets, maar neemt een gedeelte van het door de vrije economie geproduceerde af. De overheid verkrijgt haar inkomsten uitsluitend als gevolg van een inperking van de consumptie.
Verder moeten diensten die door de overheid worden aangeboden zo veel mogelijk gefinancierd worden door er gebruiksbelastingen over te heffen. Dit zijn dan quasi-marktprijzen, waaraan de vraag naar een product of dienst bijna net zo goed als aan marktprijzen afgelezen kunnen worden: Als er naar een dienst een minimale vraag is – de prijs te hoog is – zal er ook weinig gebruik van gemaakt worden. Dan moet de belasting omlaag.

Het belangrijkste is echter dat de uitgaven van de overheid dalen. Scherp dalen. De grootste uitgavenstijging van de laatste 100 jaar heeft plaatsgevonden onder het kopje “sociale zekerheid”. Nederland moet van een situatie waarbij we allemaal verplicht bij de overheid “verzekerd” zijn voor de onzekerheden des levens terug naar een toestand waarbij iedereen individueel spaart voor zijn oude dag, ziekte, e.d. Met sparen bedoel ik individuele pensioen- of ziektekostenverzekering, maar ook echt sparen. Het principe van inkomensoverdracht zorgt niet voor “sociale rechtvaardigheid”, maar is een bron van onrecht. Het is diefstal door de overheid van middelen die mensen hebben verdiend met arbeid of ondernemen, met het doel die middelen aan de vrinden van de aan de macht zijnde politieke partij te distribueren: het is cliëntelisme.

zondag 23 september 2012

Minimumloon


De minimumloonwet is de domste maatregel ooit verzonnen. Een jonge man, wiens arbeid als gevolg van zijn onervarenheid minder waard is dan deze grens, is het effectief verboden te werken. Maar daardoor kan hij ook die cruciale arbeidservaring niet opdoen die zijn arbeid meer waard maakt na verloop van tijd. Hem wordt de mogelijkheid ontnomen de waarde van zijn product te verbeteren.
We kunnen ervan overtuigd zijn dat de Tweede Kamerleden met dit effect goed bekend zijn. Hoe ik dat weet? In 2007 werd de leeftijd voor volledige leerplichtigheid opgetrokken van 16 naar 18 jaar, ik meen op initiatief van Groenlinks. Het debat ging toen over de hoge werkloosheid onder allochtone jongeren. Er is maar één verklaring voor het feit dat men besloot de leerplichtige leeftijd te verhogen als middel om werkloosheid te bestrijden en dat is dat men begreep dat overheidsmaatregelen als het minimumloon de ware oorzaak zijn van die werkloosheid. De enig juiste maatregel zou natuurlijk de intrekking van die domme minimumloonwet zijn geweest, maar de politiek kan natuurlijk niet gaan toegeven dat hun wetten en regels vaak ineffectief zijn of averechts werken. Dus wordt de ene domme wet “gecorrigeerd” met een andere domme maatregel. Links begrijpt prima hoe de markt werkt en ze zijn dan ook vaak effectiever dan Rechts in het interveniëren in de markt.
Ook is dit een goede illustratie van hoe de verstoringen veroorzaakt door de ene interventie de rechtvaardiging vormen voor een nieuwe ingreep. De overheid, het apparaat van dwang, wordt zo steeds dieper de maatschappij, het apparaat van vrijwillige samenwerking, ingetrokken, en gedrag gebaseerd op utilitaire overwegingen verwrongen of vervangen door afgedwongen gedrag.
Minimumloon is natuurlijk maar één van de myriade ingrepen in de arbeidsmarkt. Collectieve arbeidsovereenkomsten, door de overheid dwingend opgelegd; ontslagrecht, dat al jaren geleden “geliberaliseerd” zou worden; een flexwet, om het ontbreken van die liberalisering te compenseren; subsidies voor werkgevers om oudere werknemers aan te nemen, etcetera, etcetera, etcetera. Is er eigenlijk op het gebied van arbeid een stuk dat níet door de overheid wordt gemicromanaged?
En dan hebben we het nog niet eens over de woning”markt” gehad!

vrijdag 21 september 2012

De economische gevolgen van lage rente

De economische wetenschap, en ik bedoel niet die die onderwezen wordt op alle universiteiten in het Westen maar de echte, die van de Oostenrijkse School, heeft in de loop van de 20e eeuw achterhaald wat de oorzaak is van de business cycle ofwel de boom and the bust, de hausse en de baisse. Het is geen eigenaardigheid of tekortkoming van het kapitalisme, zoals hele generaties journalisten en schijngeleerden sinds the Great Depression hebben beweerd, maar zij wordt opgeroepen door de autoriteiten. In hun zelfoverschatting denken politici en hun trawanten in de faculteiten en de journalistiek dat zij onontkoombare economische wetten  kunnen negeren en op magische wijze goederen en diensten te voorschijn kunnen toveren door de rentevoet te manipuleren.
Ludwig von Mises legde dit uit in een paper uit 1946 aan een comité van zakenlieden. Ik vond dit verhaal zo helder en zo belangrijk, ook al omdat we nu weer in een tijd van massieve inflatie en overheidsinterventie in de economie leven, dat ik het op deze site heb willen plaatsen. Het lijkt me belangrijk dat zoveel mogelijk mensen de "oostenrijkse" uitleg van wat recessies zijn (vroeger zei men "depressie", het woord "recessie" is een eufemisme) begrijpen. Nu is een economisch verhaal vaak nogal abstract en daarom moeilijk toegankelijk voor veel mensen. Ook ik dacht vroeger dat economie een saai vak was. Tot ik een paar jaar geleden begon Von Mises te lezen. Hij schrijft glashelder, maar vanwege de stof kan het toch als "moeilijk" worden ervaren. Om die reden heb ik een Nederlandse vertaling gemaakt en deze is rechtsboven onder het kopje "pagina's" te vinden. 

dinsdag 18 september 2012

Interventionisme


De twee commentatoren die ik van allemaal het meest waardeer voor hun wijsheid en inzicht zijn toevallig of niet beiden Amerikanen. Een waardeer ik om zijn economische vérziendheid en vermogen om gebeurtenissen in de markten ogenblikkelijk op hun juiste relevantie te beoordelen. De ander om zijn inzicht en begrip van de internationale politieke situatie.

De eerste is natuurlijk PeterSchiff. Zijn beoordelingen zijn accuraat omdat a) hij een intelligente vent is en b) hij uitgaat van de juiste economische theoretische school: de Oostenrijkse School van Carl Menger. De economen en denkers van deze school, waarvan de belangrijkste 20e eeuwse vertegenwoordiger de grote Ludwig von Mises was, hebben het werk van de klassieke economen van eind 18e/ begin 19e eeuw voortgezet en uitgebreid, zodat de werking van de “kapitalistische” markteconomie in al zijn details op wetenschappelijke, d.w.z. waardevrije manier is beschreven. Dit bestudeerd te hebben plus zijn ervaring als zelfstandig ondernemer in de investeringsbranche geeft hem een voorsprong op alle mainstream economen zoals die voortdurend op de Amerikaanse televisie verschijnen.

Peters verwachtingen voor de economie in de VS zijn bepaald slecht. Hij voorziet een ineenstorting van de waarde van de dollar, als het geldpomp programma van de Fed tot het bittere einde wordt voortgezet, met als gevolg dat de enorme verarming die de Amerikaanse maatschappij de laatste decennia heeft getroffen, manifest wordt. Dan zullen de verschillende welvaartsstaatprogramma’s niet langer betaalbaar zijn. Draconische bezuinigingen volgen. Omdat de dollar de reservevaluta voor de wereld is zullen landen zich meer en meer van de VS afkeren, naarmate het duidelijker wordt dat de dollar deze rol niet langer kan vervullen. Goud neemt dan de plaats (weer) in die de dollar heeft verlaten.

De andere is Michael Ledeen. Doctor in moderne Europese geschiedenis en filosofie. Kenner op het gebied van de oorlog tegen terreur, Irak en Iran. Met contacten in de intelligence community van de VS. Zijn opvattingen over de internationale positie van de VS hebben hem de betiteling van neoconservatief opgeleverd.
Toen hij na de aanslagen van 11 september 2001 ging bloggen kwamen zijn opvattingen over de oorlog tegen Al-Qaida mij als evenwichtig en verstandig voor. Hij was voor de oorlog in Irak en is nu (al jaren) voor regime change in Iran. Hij schreef een boek waarin hij zegt dat “alle presidenten sinds Carter hebben geprobeerd een deal te sluiten met het regime.” Allemaal vergeefs. Oorlog met het Westen is het raison d’être van het regime. Hij vindt dat de oorlogsverklaring van Khomeini aan het adres van de VS en Israel serieus moet worden genomen.
Naar zijn mening is de oorlog tegen de terreur niet op te delen in verschillende slagvelden maar is één front en de kern van de vijand zit in Teheran. Hij vindt niet noodzakelijk dat dit doel bereikt moet worden door het land militair aan te vallen, maar omdat de belangrijkste tegenstanders van het regime de Iraniërs zelf zijn is hij voor steun aan de verzetsbeweging daar, de Green movement, en hoopt zo een democratische omwenteling te bereiken op de manier van de Oost-Europese landen.

Het zal duidelijk zijn dat mijn twee helden het niet eens zouden worden over de buitenlandse politiek van de VS. Peter Schiff huldigt het in Amerikaans libertaire kringen gebruikelijke anti-oorlogsstandpunt. Daarmee volgen ze Murray Rothbard, die op economisch gebied een volgeling van Von Mises was, maar die de libertaire beweging een sterk pacifistische inslag meegaf. Zo staan dus de voor- en tegenstanders van de Irak-interventie van Bush scherp tegenover elkaar.
Hoe ik deze tegenstelling verzoenen kan? Welnu, economie en (buitenlandse) politiek zijn twee verschillende sferen van handelen. Mijn libertaire overtuigingen maken dat ik tegen overheidsinterventie in de markt ben. Maar dat maakt me niet automatisch tot een tegenstander van militaire interventies. De twee zijn niet vergelijkbaar, wat de volgelingen van Rothbard ook zeggen. Wel is het zo dat alles wat de regering van een land doet door de economie van dat land gedragen moet kunnen worden. Waar de vrije, kapitalistische economie gesaboteerd en gehinderd wordt door economisch interventionisme, moet dat de internationale positie van het land beïnvloeden. Als de VS niet terugkeren naar economische vrijheid zal het zijn positie van supermogendheid niet kunnen handhaven, althans veel van zijn macht inboeten. Maar dat is iets anders dan de principiële anti-oorlogshouding van veel libertairen.
De libertairen menen niet onredelijk dat de Staat, die interventionistisch werd en in de economie ging ingrijpen, onvermijdelijk ook imperialistisch werd: de welfare/warfare State van Rothbard. Mijn idee is dat als de VS in plaats van zich te transformeren in een sociale welvaartsstaat Europese stijl, een land met een sterke, kapitalistische economie was gebleven, het evengoed zijn rol als supermogendheid zou kunnen, zelfs moeten vervullen. Alleen had het zich in zijn invloedssfeer beperkt tot het promoten van vrijhandel en het handhaven van de veiligheid van handelsroutes, zoals ooit door Engeland tijdens het Britse Rijk. Politieman van de wereld worden was een verkeerde, want veel te dure, en binnenlands en internationaal te controversiële keuze.
Maar op dit moment staan we aan de vooravond van een grote omslag in de wereld. Als de dollar valt kunnen de VS kunnen hun huidige profile niet handhaven. Die was toch aaneen grondige revisie toe. Maar ik denk dat er veel te vrezen valt in een wereld waar de VS niet langer bij de zeer machtigen hoort.

zaterdag 15 september 2012

De surge en Operation Screw


De surge
Een aantal commentatoren, waaronder buitenlandse, zei na de verkiezingen dat “Nederland voor de EU” had gekozen. De kiezers waren naar het midden teruggekeerd en dat betekende dat iedereen “dus” voor Europa was. Wat een ergerlijke onzin. Iemand – ik weet niet meer wie – twitterde dat het midden juist was vernietigd; kijk maar naar het CDA. Precies. Op het laatste moment gingen een groot aantal kiezers van de SP naar de PvdA over zodat de laatste langszij de VVD kwam. Hierop reageerden een flinke groep kiezers ter rechterzijde door hun gewone partij in de steek te laten en de VVD te versterken en de grootste te maken: een surge. Dat deden ze dus niet omdat ze de VVD zo goed konden waarderen, maar om Samsom uit het Torentje te houden. Dat weet ik zeker want ik was er een van. Dit heeft Geert een hoop zetels gekost.

Operatie Screw
Het is de moeite waard om eens naar de videoblog van Peter Schiff te kijken in de marge hiernaast. “Operation Screw. Because if you hold dollars, you’re screwed.” Het gaat natuurlijk over de persconferentie van Fed voorzitter Ben Bernanke die gisteren aankondigde dat de centrale bank nu continu dollars in het systeem gaat pompen: open-ended QE. Peter is ontzet dat Ben blijkbaar een nieuwe housing bubble wil opblazen. Dit keer geheel gefinancierd door vers gedrukte dollars van de Fed. Hij ziet de prijzen van alle goederen nu echt de hemel in stijgen, omdat de dollar er aan onderdoor zal gaan. Zijn ergste vermoedens worden nu waarheid: hyperinflatie!

woensdag 12 september 2012

Naar de stembus

Ik twijfel al dagen tussen PVV en LP lijst 14.
Wilders staat pal tegen immigratie, maar is de welvaartsstaat gaan verdedigen. Dat vond ik erg teleurstellend. Het wereldbeeld van de libertairen komt beter overeen met mijn economische inzichten. Aan de andere kant is een stem op hen waarschijnlijk een verloren stem. Ze hebben wel gelijk, maar krijgen geen gelijk. Ook komen ze niet goed uit de verf met het verhaal tegen de inkomstenbelasting. Het zou beter zijn geweest als Toine Manders een vlammend betoog had kunnen houden over de dreigende wereldwijde monetaire ramp die zeker komt en dat we zo snel mogelijk uit de EU en de euro moeten, zolang het nog kan. Maar Toine is daar geloof ik niet zo goed in. Verder zijn libertairen niet zo gepassioneerd, het zijn meer brainy types.
Hoe dan ook, nu dat VVD en PvdA ongeveer even groot zullen worden moet ik misschien wel tegen mijn zin  een tactische stem op de VVD gaan uitbrengen om de socialisten uit de regering te houden. Bah. Moet ik dus op onze stupid party gaan stemmen en heb ik als libertair/conservatief min of meer dezelfde keus als straks de Amerikanen: tussen interventionistisch en nóg interventionistischer. Bah. Resistance is futile.

zondag 9 september 2012

PvdA komt langszij bij de VVD

Nu dat de peilingen aangeven dat de PvdA misschien de grootste wordt en Mark Rutte dus premier-af is, is dit het moment om te verwijzen naar wat ik in april 2012, toen Wilders er uitgestapt was over het kabinet te zeggen had.

zondag 26 augustus 2012

Crony Capitalism oorzaak Arabische opstanden


Prima artikel over de economische oorzaken van de Arabische lente in Middle East Institute (MEI) door AdeelMalik and Bassem Awadallah. Gevonden via Nick Sorrentino.
Er wordt in betoogd dat het beleid waarop politieke elites in Arabische staten traditioneel vertrouwd hebben om aan de macht te blijven, een mengsel van repressie en redistributie, niet langer werkt. Repressie niet vanwege de nieuwe sociale media waarmee de menigte de lange arm van de staat beter kan omzeilen. Redistributie niet omdat piekende wereldgrondstof en -voedselprijzen de subsidies in snel tempo onbetaalbaar maken. Deze landen hebben een enorm overschot aan jonge mensen, die beter opgeleid zijn dan vorige generaties. Maar tegelijkertijd is de werkloosheid onder hen enorm hoog, omdat de politieke elites een relatief zeer grote publieke sector handhaven, die afhankelijk is van olie-inkomsten en buitenlandse hulp. De privésector levert ook weinig job-opportunities, omdat ze overheerst wordt door een gering aantal families met goede connecties tot de politieke machthebbers.
Het lijkt erop dat de Arabische wereld moet hervormen en wel in prokapitalistische zin, anders zullen nog veel meer jonge mensen er weg gaan. En we weten allemaal waar ze naar toe zullen gaan.

HetBozeOog’s plan tot duurzame verlaging overheidsuitgaven


Europa en Amerika zitten allebei in de schuldenput en de wereldwijde economische imbalansen maken dat overal ter aarde regeringen naar de drukpers grijpen om de rekeningen te kunnen betalen. In Nederland lijken we er relatief gunstig bij te zitten, omdat we nog enigszins goedkoop kunnen lenen, zegt minister De Jager. Alsof het een gunstige toestand is als we ons gemakkelijk verder in de schulden kunnen steken!
Alle landen lijden aan inflationitis, omdat de staatsuitgaven te hoog zijn. En de staatsuitgaven zijn te hoog vanwege de dure welvaartsstaatregelingen die iedereen – maar vooral het Westen – erop na meent te moeten houden. In NL zijn de mensen door overheidsmaatregelen gericht op het stimuleren van het eigen huizenbezit ertoe verleid zich veel dieper in de schulden te steken dan gezond voor ze was. Te hoge overheidsschuld, te hoge private schuld, en de dominante economische theorie die zegt dat de oplossing ligt in het verder verhogen van de uitgaven! Dit is het probleem. 

Het echte antwoord ligt in het drastisch inkrimpen van de in de loop van de twintigste eeuw immens gegroeide overheid. 
En dan is er geen andere weg dan het inkrimpen of afschaffen van sociale zekerheid. Dit zijn immers de uitgaven hebben gemaakt dat de overheidsuitgaven in de twintigste eeuw (en vooral sinds de dertiger jaren) de pan uit zijn gerezen.
 De bezuinigingen van het type kaasschaaf die het kabinet Rutte hanteert verkleinen de overheid niet en jagen de mensen die recht menen te hebben op uitkeringen alleen maar tegen deze politiek in het harnas. Wat HetBozeOog wil is een ontmanteling van het huidige semi-socialistische stelsel met zijn onvermijdelijke corruptie en bevoogding en terugkeer naar een vrije markt en ongehinderd kapitalisme. Kapitalisme is de natuurlijke organisatievorm van vrije mensen. Het is het systeem dat gebaseerd is op vrije uitwisseling van goederen en diensten op basis van privé-eigendom van de productiemiddelen. Het is het systeem waarin het individu vrij is omdat je voor je arbeid beloond wordt in precies dezelfde mate als je bijgedragen hebt tot het sociale systeem. En waar je alles kunt kiezen en kunt kopen wat je wilt zolang je bereid bent de marktprijs te betalen. Het is de vorm waarin vrije mensen van nature willen leven. Socialisme daarentegen is dwang. Socialisme is het systeem waarin je de vruchten van je arbeid of je planning worden afgenomen om naar mensen te worden overgedragen die er niet voor gewerkt hebben. De ene helft van de bevolking wordt gedwongen een deel van hun inkomen af te staan om het andere deel te onderhouden. Zo creëert men volstrekt moedwillig een cultuur van afhankelijkheid van de staat gebaseerd op staatsdwang. Bovendien is de levensstandaard van de bevolking onder socialisme lager dan die in vrijheid. In ongehinderd kapitalisme is de productie het efficiëntst georganiseerd en de levensstandaard dus optimaal, ceteris paribus. 
De verloedering van het democratische politieke stelsel tot een oligarchische partijendictatuur is een direct gevolg van het interventionisme in de vrije economie door de staat. Ware liberale democratie kan alleen bestaan in aanwezigheid van een vrije, kapitalistische economie. Verdwijnt die vrijheid in de economie, verdwijnt ook je vrijheid in politieke keuzes. Want vrijheid is ondeelbaar: je bent vrij in je keuzes of niet. En trouwens, je bent alleen vrij in je keuzes als je ook de consequenties ervan volledig zelf draagt. Dus is het risicospreidende beleid van de overheid waarbij ze de burger probeert af te schermen van de gevolgen van hun keuzes uit den boze. Denk bijvoorbeeld aan depositogarantie in het bankwezen: Zou het niet zeer heilzaam zijn voor het gedrag van banken als de overheid het geld op je spaarrekening niet langer garandeert? Mensen zouden beter uitkijken bij welke bank ze hun geld parkeren.

Hoe komen we nu van die toestand van semi-socialisme naar één van meer vrijheid? Het is duidelijk dat die dwang weg moet. De overheid (of de politiek) als overmachtige geldpompinstantie die het inkomen van mensen met werk in de echte economie doorsluist naar de niet-actieven moet stoppen. De werkenden moeten bevrijd worden van de lasten die de interventionistische staat hun oplegt. De markt met haar marktprijzen moet weer bepalen waarin geïnvesteerd wordt en hoeveel en wat er geproduceerd wordt en hoeveel. Zoals in een echt vrije economie.
Om van de hoge sociale uitgaven af te komen bestaat er een snelle manier en een langzame. Bij de snelle manier wordt het uitkeren van volksverzekeringen en sociale zekerheid botweg beëindigd, maar dit is sociaal en moreel onacceptabel en komt dus niet in aanmerking tenzij de schuldencrisis zo erg wordt dat er geen andere keus meer is. Bijvoorbeeld bij totale geldontwaarding en de economische chaos die daarbij hoort.

Het plan
Bij de langzame, gecontroleerde manier sluit je het collectieve stelsel op een afgesproken datum af voor nieuwe applicanten. Na die dag wordt iemand die voor het eerst de arbeidsmarkt betreedt niet langer automatisch ingeschreven voor de sociale zekerheid en volksverzekeringen, en dus ook niet langer aangeslagen voor alle bijbehorende premies en heffingen. (Die premies volksverzekeringen zijn eigenlijk belastingen, want een premie betaal je voor een vrijwillig gekochte verzekeringspolis; als de premie verplicht is, is het geen premie maar een belasting.) Vanaf dat moment is het collectieve stelsel een ding waar je wel uit kunt, maar niemand komt er meer in. Dan neemt het aantal mensen dat buiten dat stelsel leeft (dat bevrijd is van de lasten) langzamer of sneller toe en die ín het stelsel neemt door uittreding en natuurlijk verloop af. Mensen die nog jong zijn en tijd genoeg hebben om te sparen voor hun oude dag zullen naar ik verwacht massaal opteren voor de vrijheid van het leven zonder “solidariteit”, en zich individueel verzekeren bij een private verzekeringsmaatschappij voor wanneer je niet meer kunt of wilt werken: voor pensioen, voor ziekte of ook wellicht voor werkloosheid. Dat laatste is alleen nodig wanneer je hoge uitgaven hebt, bijvoorbeeld voor een hypotheek of wanneer je schoolgaande kinderen hebt en niet zonder constante inkomsten denkt te kunnen leven. Maar het grote voordeel is dat je dat nu zelf beslist, en dat niet de staat voor je kiest. Dat is meestal een veel duurdere “keus”.
Na verloop van enige jaren zijn waarschijnlijk alleen nog mensen van vijftig of vijfenvijftig jaar en ouder collectief verzekerd. Maar het grote voordeel is dat deze groep door natuurlijk verloop steeds kleiner zal worden en de last voor de samenleving steeds geringer. In een dergelijke situatie ben je als maatschappij veel beter in staat om voor de mensen die binnen het systeem zijn gebleven “wat meer te doen”, bijvoorbeeld de koopkracht van de AOW pensioenen op peil houden. Al na een gering aantal jaren kun je zo resultaten boeken. “Collectief verzekeren” wordt snel iets dat alleen nog slaat op oude mensen, en na wat meer jaren is het iets dat tot het verleden behoort.
Het is wél zaak dat de overheid ook echt verkleind wordt in macht en omvang en dat ze niet via een of andere omweg zich weer terug wurmt in de relaties en de contracten die burgers met elkaar aangaan.
In een vrije, kapitalistische maatschappij heeft de overheid geen andere taak dan de partijen die een uitwisseling van goederen of diensten, arbeidscontract of lening aangaan aan de bepalingen van de overeenkomst te houden. Zij moet zich dan niet langer, zoals nu, bemoeien met wat er ín die contracten mag staan, en bijvoorbeeld voorschrijven dat een arbeidscontract geen bepaling voor, zeg, prestatieloon mag bevatten, laat staan dat ze de hoogte van lonen of prijzen bepaalt. Dat moeten jij en ik, baas en werknemer, winkelier en klant, koper en verkoper onderling zelf kunnen doen. Is de overheidsinvloed en -macht eenmaal ingeperkt zoals dat hoort in een vrije maatschappij, dan komen voor alle goederen en diensten marktprijzen tot stand. Ook voor (verschillende kwaliteiten van) arbeid en voor kapitaal. Dan controleren politici of bureaucraten niet langer wat er geproduceerd mag worden en hoeveel, maar de consument.

Hoe belangrijk ook, het moet niet bij een uitfaseren van de welvaartsstaat blijven. Om een rechtvaardiger, niet op “inkomensoverdracht”, dat wil zeggen diefstal door de overheid, maar op vrije uitwisseling gebaseerde samenleving tot stand te brengen is nog meer nodig. Om te voorkomen dat de intrusieve overheid opnieuw opgericht wordt door de altijd op interventie gerichte politici zijn twee verdere veranderingen nodig: belastingstelsel en staatsrechtelijke veranderingen. Later meer.

dinsdag 21 augustus 2012

Hij blijft het proberen


De voorstellen van Peter Schiff in zijn jongste boek The Real Crash beogen de politici te bewegen iets te doen aan de enorm gegroeide overheid en dito kosten van de welvaartsstaat.
Het is beter als er echte, diep insnijdende, maar gecontroleerde hervormingen van de overheidsfinanciën plaatsvinden dan dat “de wal het schip keert”. Want in dat geval ziet hij hyperinflatie, werkelijk draconische inperkingen van de overheidsuitgaven en, als direct gevolg, ernstige sociale onrust in het verschiet. Die onrust zou een president Obama in zijn tweede termijn de kans van zijn leven kunnen geven omdat het dan in de ogen van veel Amerikanen gerechtvaardigd zou zijn om via “bijzondere maatregelen” een socialistische en totalitaire dictatuur te vestigen.
De kans dat Peter slaagt is gering. Het “debat” tussen Democraten en Republikeinen gaat helemaal niet over bezuinigen maar of de stijging van de uitgaven ietsjes teruggenomen moet worden of niet. Paul Ryan werd door de Dems voor rotte vis uitgemaakt omdat hij de uitgaven met 3,6 procent wil laten stijgen in plaats van de normale 4 à 5 procent. Intussen roept hij om het hardst dat er geen cent minder naar Medicare of Medicaid mag.
Het gaat daar in de VS binnen één of twee jaar helemaal mis. De dollar valt en het zou me niet verbazen als daar in 2016 een land ligt dat meer op de Sovjet-Unie lijkt dan op het powerhouse van vrijheid en democratie dat het ooit (lang geleden) was.

Inkomstenbelasting


Peter Schiff schrijft in zijn laatste boek The Real Crash over de inkomstenbelasting, dat die veel zwaarder drukt op de lagere inkomens dan op de hogere, omdat inkomen uit arbeid voor 100% belast wordt en van inkomen uit kapitaal alleen de winst. Als iemand $100 investeert en $120 opbrengst heeft, wordt er alleen belasting geheven over het verschil: de winst. Met andere woorden, zegt Schiff, de kosten van een kapitaalinvestering zijn aftrekbaar. Maar in het geval van iemand die in een jaar voor $40.000 arbeid heeft geleverd, doet de staat net of dat bedrag pure winst is en er $0 is geïnvesteerd. De hele $40.000 is belastbaar inkomen. Maar in werkelijkheid is er wel degelijk iets geïnvesteerd: tijd en moeite. Bovendien heeft iemand die werkt allerlei onkosten. Maar de belastingdienst staat niet toe dat u uw huur of hypotheekkosten, kleding- of transportkosten aftrekt, terwijl dit toch noodzakelijke uitgaven zijn bij het hebben van een baan. Probeer maar eens een baan te krijgen als je op straat leeft!
Dit is een gevalletje ‘Zo had ik het nog niet eerder bekeken’. Peter wil van de income tax af, natuurlijk en niet alleen omdat het de staat het recht geeft jouw inkomensgegevens op te vragen (privacy argument), maar hier geeft hij een argument van pure economische rechtvaardigheid. Het levert overigens ook een argument voor afschaffing van werkloosheidsuitkeringen, want vergelijk maar eens de situatie van iemand die een uitkering $300 per week ontvangt en iemand die hetzelfde bedrag als bruto weekloon krijgt. De laatste heeft enorme kosten vergeleken met de eerste, zodat de uitkering veel aantrekkelijker is dan de baan.


Aanvulling 21 augustus 2012
Importtarieven
Lezend in The Real Crash merkte ik verbaasd dat Peter Schiff niet tegen importtarieven is.
Bij importtarieven denken we meteen aan protectionisme. Peter Schiff zit in de libertaire, vrije markthoek, dus hoe kan hij daar voor zijn? Maar de VS hebben decennia lang bedrijven en banen door domme regelgeving naar het buitenland gejaagd en de industrie kan een duwtje in de rug gebruiken. Zolang er maar geen tarieven worden geheven om bepaalde takken van industrie te bevoordelen, en de politici hun vrinden in het bedrijfsleven helpen van lastige concurrenten af te komen, zijn tarieven een optie. Ze moeten dan een algemene prijsverhoging veroorzaken, zodat de Amerikanen hun overmatige consumptie van geïmporteerde goederen inperken.

dinsdag 7 augustus 2012

Samenzweringsdenken


@wmiddelkoop heeft ergens vandaan een reputatie van liberaal of libertair. Waarschijnlijk omdat hij net als pro-vrijheid publicisten als Peter Schiff en Marc Faber zaaltjes afgaat om te waarschuwen voor de komende ineenstorting van het financieel-economische stelsel. Die reputatie wordt dan gevoed wanneer hij paniekerig naar de stijgende goudprijs wijst. Die betekent immers dat zowat alle (papieren) valuta’s ter wereld ten onder dreigen te gaan aan inflatie, gecreëerd door centrale banken. Deze op zich juiste constatering werkt echter misleidend, want zijn oplossingen zijn bepaald niet vrijheidsgezind. In plaats van te pleiten voor meer markt, meer vrijheid en minder overheid en regels wil hij de banken nationaliseren, wat – dacht ik – de socialistische “oplossing” is.
Een andere eigenaardigheid versterkt de indruk van een pro-vrijheid commentator en dat is zijn intense achterdocht tegen grote bedrijven en tegen de informatie uitgegeven door hun woordvoerders. Zijn tweets hebben het over Monsanto (genetisch gemodificeerd zaaigoed) dat opzettelijk gif in zijn producten laat zitten of stopt of zoiets en Tepco (exploitant van de kerncentrale van Fukushima) dat van alles verzwijgt over de ramp.
Nu is het zo dat ik gemerkt heb dat wanneer je je zoals ik tot libertair ontwikkelt, die achterdocht tegen het gezag en de vrinden van het gezag er zogezegd gratis bijgeleverd wordt. De libertaire idee gaat nu eenmaal over vrijheid van handelen, vrije uitwisseling van goederen en diensten, en het sociale stelsel dat daarvan het resultaat is. De overheid staat daar per definitie buiten. De staat is het apparaat van dwang en van het geweldsmonopolie. Niet voor niets ontwikkelen libertairen zich vaak dóór tot anarchisten. In Amerika zijn alle presidenten die al eens een oorlog hebben moeten voeren juist door de libertairen als Lew Rockwell of Thomas DiLorenzo ervan beschuldigd die oorlog zelf te hebben uitgelokt om, gebruik makend van de noodsituatie meer macht naar zich toe te trekken. Van Lincoln die de staten zou hebben willen onderwerpen aan de Unie, via Roosevelt die wist dat de aanval op Pearl Harbour aanstaande was, tot Bush en “9/11 was an inside job”. Mij gaat dat allemaal veel te ver en ik houd me graag aan wat historisch ook werkelijk aan te tonen is.
Maar het geeft aan dat libertairen wel eens doorschieten in hun argwaan tegen het instituut overheid. Hoewel er natuurlijk ook zo iets is als een gezonde mate van wantrouwen tegen de politieke elite prutsers partijen in de VS en de EU. Het gaat erom de juiste toon te vinden.
Maar Middelkoop krijgt zijn informatie voor zover ik kan zien van schimmige activistensites, e.d. Er zijn legio groepen en individuen in de wereld die per internet en email voortdurend “informatie” rondstrooien dat je shampoo of je mineraalwater giftig of kankerverwekkend is en dat het een samenzwering van multinationals tegen de bevolking is. Het is een soort uitzaaiing van het anti-tabaksfascisme, denk ik. In ieder geval geen libertarisme. Blijkbaar zijn wij consumenten allemaal willoze en hersendode slachtoffers van winst- en machtgraaiende monopoliekapitalisten en moeten deze #occupygekkies ons helpen om hun dood en verderf zaaiende producten (want dan verkopen ze er meer, niet?) te mijden.
Waarmee ik maar wil zeggen dat de overigens zeer sympathieke RTL Z commenter duidelijk géén liberaal of libertair is, maar meer iemand van wie de politiek of de staat juist redding moet brengen door alles over te nemen. Hij lijkt mij meer bij de SP thuis te horen.

zaterdag 9 juni 2012

Een spook waart door de wereld...


De politieke partijen zijn in de loop van de 20ste eeuw steeds meer op elkaar gaan lijken. Met het resultaat dat de politieke elite zich aan de electoraten vertoont als een gesloten kaste wier plannen niet te beïnvloeden zijn door de wil van het domme volk. Die elites coöpteren de journalistiek – en daarmee de informatievoorziening – en academia – en daarmee de politieke meningsvorming. De ideologie van de elite is socialistisch– voor zover die ideologie aanwezig is want de elite is zeer praktisch, om niet te zeggen nihilistisch. Zij bedient zich van de staat. Of liever van de politiële bevoegdheden van de staat. Die vormen hun instrument. Het is of vrijwel alle staten van Westen geregeerd worden door één “Socialistische Eenheidspartij”. Hun macht ontlenen de elites aan het principe van de overheidsinterventies in het sociaal stelsel gebaseerd op vrije uitwisseling van goederen, diensten en ideeën. Dit principe is in feite een verklaring van almacht. Want de markt wordt feitelijk geregeerd door de onveranderlijke wetmatigheden van het menselijk handelen die hun uiterste fundament vinden in de menselijke aard en de elite denkt of pretendeert te denken dat ze deze wetten ongestraft kunnen negeren of schenden.
Deze overweging leidt tot de realisatie dat we ons in een revolutionaire situatie bevinden. De politieke en economische stelsels in het Westen zijn gedoemd. Ze zullen weggevaagd worden en een fluïde situatie ontstaat waarbij van alles kan gebeuren: totale geldontwaarding die leidt tot sociale onrust en die met geweld wordt onderdrukt. Niet alleen zal de elite de elite willen blijven, maar als niemand meer weet wat het geld waard is hoe moeten de mensen dan overleven? Alle uitwisseling van spullen is onderbroken, verstoord. Men zal zich door nood gedwongen voelen de wetten van de staat te negeren.
Alles hangt ervan af wat er na deze revolutionaire periode komt. Je hoopt op een vrije, kapitalistische samenleving met een overheid die met succes aan de ketting is gelegd. Een nieuw Liberaal Tijdperk. Maar dat is allerminst zeker. Te veel mensen denken dat de staat “iets moet doen”, dat de staat onderdeel van de oplossing is. Maar zij is het probleem. De kans is groter dat we in een permanente dictatuur à la het Chinese keizerrijk terechtkomen.

Peter Schiff weer voor een subcommissie van het Congres

Peter Schiff was verleden week weer in Washington DC om te getuigen voor een subcommissie van het  Congres van de VS over de huizenmarkt.  De kwestie was of de Amerikaanse overheid voor huizen voor meerdere gezinnen hetzelfde moet gaan doen wat ze voor de eengezinswoningen hebben gedaan (en wat in 2008 zo'n geweldig resultaat heeft gehad). Hij kan geweldig spreken, maar had de grootste moeite zijn ideeën over het correctieve vermogen van de vrije markt te verdedigen tegen het bureaucratisch-lobbyistisch complex dat koste wat 't kost de stroom belastinggeld hun kant op wil laten blijven stromen. Luister zelf (ongeveer 33 minuten). Of kijk hiernaast.

donderdag 26 april 2012

Val kabinet Rutte I


Schrijver dezes heeft nooit veel hoop gehad dat het met het kabinet Rutte wat zou worden. Vanaf het begin was mij duidelijk dat het de verkeerde beginselen hanteerde. Er moest bezuinigd worden om het financieringstekort beneden de brusselse norm van drie procent te brengen. De richting van een dergelijk doel is steeds geweest: houd de welvaartsstaat betaalbaar in deze crisis; wacht tot de economie weer aantrekt dan kan de staat weer meer geld uitgeven.
Deze dingen kon men bij het aantreden van het kabinet al ontwaren. Er werd bezuinigd volgens het principe van de kaasschaafmethode en dat bewees voor mij dat de zaken verliepen volgens het bekende stramien van links geeft teveel geld uit om popi te doen, rechts mag puinruimen en verspeelt binnen luttele maanden elk krediet bij de bevolking. Waarom doen rechtse partijen nog aan dit stomvervelende spelletje mee?
Eén mogelijk antwoord is dat wat rechts heet niet voor een (terugkeer naar de) vrije markt is. Niemand in Den Haag durft het woord “markt” nog in de mond te nemen, laat staan “vrije” en laat helemaal staan “laissez-faire” of “kapitalisme” (tenzij als kop van Jut). Een partij als de VVD hoor je niet meer over vrijheid en het CDA is gewoon een uiterst linkse partij te noemen. En wat Geert betreft: hij ging voor het PvdA doel van behoud van koopkracht voor de verschillende uitkeringsontvangers, maar liep daardoor vanaf het begin het risico dat de kiezers dan ook meteen wel PvdA konden stemmen (in veel gevallen trouwens hun oude partij).
Er rust, lijkt het, een vloek op de democratie: democratie kan alleen optimaal werken in een omgeving van laissez faire-kapitalisme, maar de noodzaak de gunst van de kiezer te veroveren dan wel te behouden leidt vrijwel elke politieke partij tot interventionisme en uiteindelijk tot socialisme en dus tot het einde van het principe van individuele, vrije keuze.
De crisis is ook een morele crisis. En wel een morele crisis voor de politici. Zij hebben in de loop van de twintigste eeuw ieders belang bij economische en politieke vrijheid (die twee zijn wel te onderscheiden, maar niet te scheiden) ondergeschikt gemaakt aan hun engere partijbelangen. Steeds agressiever en openlijker interveniëren ze voor eigen voordeel in het sociale systeem van samenwerking gebaseerd op privé eigendom en arbeidsdeling. Dat te onderwerpen was het doel van hun interventies. Dat konden ze doen door gebruik (misbruik) te maken van het feit dat ze de controle hebben over de staat, het apparaat van dwang, en dus met wetten en regels hun wil konden opleggen aan een systeem dat normaal werkt volgens het principe van vrije en vrijwillige uitwisseling van goederen en diensten. Eind 18de en begin 19de eeuw wisten de opinieleiders dat de staat een potentieel gevaar was dat beheerst moest worden. Daartoe ontwierp men de democratische regels en parlementen: om de staat klein en machteloos te houden. Die beperkingen te overwinnen is het doel van het handelen van de politici in de 20ste eeuw. Nu zitten we met de schuldencrisis en die is een direct gevolg van deze ontwikkeling.
Omdat dit zo ligt heeft het weinig zin voor een kabinet om te proberen de grootste interventie, de welvaartsstaat, in stand te houden met behulp van bezuinigingen. In plaats van te bezuinigen had men moeten hervormen. Níet met het doel te behouden, maar met het doel een plan van handelen op te stellen om van het huidige corporatistische (of zo u wilt, fascistische) stelsel een weg terug naar de vrijheid te vinden.
Maar dat is precies het laatste waar moderne politici aan denken. Ook (of juist) als ze zogenaamd rechts zijn.

woensdag 4 april 2012

Dalende levensstandaard II


Dit wordt dus het derde item over dit onderwerp sinds zaterdag de column van Peter Verhaar op GeenStijl.nl verscheen.
Ik wil het iets uitgebreider hebben over de gevolgen van de komst van de interventionistische overheid in het algemeen en van de welvaartsstaat in het bijzonder.
Het idee van afnemende welvaart is een beetje contra-intuïtief. We lijken zoveel rijker dan bijvoorveeld in de 50er jaren. Maar de jaren 1930 – 1948 werden gekenmerkt door Crisis, oorlog en wederopbouw en dit verstoort het economisch beeld van die periode en maakt het moeilijk de gevolgen van overheidsingrijpen in de economie op waarde te schatten. In 1950 groeide de economie als kool omdat de vrije markt weer werken kon. Mensen konden auto gaan rijden en electrische apparatuur kopen. De economieën in het Westen groeiden zo hard dat men zich aan het eind van de jaren '60 niet kon voorstellen dat aan die groei ooit een eind zou komen. Dat eind kwam toch. Níet vanwege de oliecrisis, maar omdat de regeringen, inclusief de Amerikaanse, zich door de goede tijden toch enorme uitgaven hadden laten verleiden en veel kapitaal leenden of de burgers met hoge belastingen opzadelden. Het kapitalistisch systeem dat de welvaart had gebracht werd weer verstikt onder een steeds zwaardere “welvaartsstaat”, opgezet onder het principe van “solidariteit” oftewel van gedwongen inkomensoverdracht. Je zou kunnen hopen dat de politici in het Westen het inzicht hadden gehad om op hun schreden terug te keren, en de economieën te bevrijden van de last die ze de productieve burgers hadden opgelegd om de niet-productieve te “helpen” (maar meer nog om de politieke partijen van permanent van de staat afhankelijk gemaakt stemvee te voorzien) maar in feite is de economische geschiedenis van de twintigste eeuw er een van alsmaar toenemende overheidsingrijpen in de vrije markt, die daardoor niet langer vrij is.
Een gelovig marxist uit de jaren '30 zou goedkeurend naar ons model kijken. Immers, die wilde dat de productiefactoren kapitaal en arbeid (en land) aan de staat getrokken zouden worden. Welnu, bij de prijsvorming van deze factoren is in onze tijd de overheid doorslaggevend: zij bepaalt de rente, de prijs van kapitaal en heeft via de SER een dikke vinger in de pap bij het totstandkomen van collectieve arbeidsovereenkomsten die aan de werkgevers in feite opleggen wat ze de arbeiders betalen moeten. Verder is in onze tijd de woningmarkt (gedeetelijk) van de markt afgeschermd doordat de woningbouwverenigingen niet met de commerciële makelaars hoeven te concurreren en is de gezondheidszorg gesocialiseerd. En met de bestemmingsplannen heeft de overheid zelfs de controle over de productiefactor land, die door economen meestal wordt vergeten omdat ze niet langer meer zo belangrijk is. Vrijwel alle banken en verzekeringsmaatschappijen, nominaal vrije ondernemingen, zijn in werkelijkheid een soort ambtelijke diensten of ministeries geworden.
“Wij hebben ook voordeel van de verschillende regelingen van de welvaartsstaat” zegt u nu misschien, zoals ook een reaguurder deed. Maar in het belastingniveau en in de “premies volksverzekeringen” (je móet betalen dus dit zijn in feite belastingen; een “premie” is de prijs voor een vrijwillig gedane aankoop van een verzekeringspolis) betaalt u dubbel en dwars voor dat vangnet. De overheid maakt misbruik van haar recht om mensen met behulp van wetten en regels te dwingen om ons te verplichten de door de staat aangeboden verzekeringen af te nemen. Vervolgens blijken die pensioenen en uitkeringen vaak niet waardevast of de overheidsfinanciën raken ervan in het ongerede. En passant raakt de verzekeringsmarkt feitelijk onder staatscontrole, want door de verplichting ons bij hen te verzekeren moeten de voormalig vrije verzekeringsmaatschappijen de bevelen van de politici opvolgen. Waarom hebben deze bedrijven tegenwoordig vaak een ex-politicus als CEO? Omdat voor deze bedrijven niet langer belangrijk is wat de consument wil, zoals in een vrije markt altijd voor alle producten het geval is, maar wat de politici en de politieke partijen willen is voor hun nu doorslaggevend en je kunt dan maar beter bij CDA, PvdA, VVD, D'66 etc. aanschuiven dan heb je tenminste nog wat lobby-invloed over de verschillende regelingen.
De ideologie van de welvaartsstaat zegt dat de staat de zwakken in de samenleving moet helpen omdat die er anders aan onderdoor gaan. Maar in feite helpen de politieke partijen zichzelf.
Het belangrijkste gevolg van het naoorlogse overheidsingrijpen zou ik bijna nog vergeten. Niet alleen kunnen – anders dan vroeger – alleen tweeverdieners (op een financieel gezonde manier) nog een huis kopen, maar mensen hebben op steeds latere leeftijd steeds minder kinderen. Het instorten van de vruchtbaarheidscijfers in Nederland en andere westerse staten is een direct gevolg van de steeds zwaardere lasten die de staat ons oplegt. Mensen die via die belastingslavernij ertoe veroordeeld zijn de uitkeringen en pensioenen op te brengen voor een generatie die trouwens veel rijker is dan zij, willen zich die gezinsvorming en kinderen niet meer veroorloven.
Misschien dat de politieke partijen dit eens zou moeten bedenken: het CDA dat zo voor het gezin is heeft het gezin in feite gewurgd en de PvdA die voor de zwakken is heeft ons allemaal zwak gemaakt.

maandag 2 april 2012

Onze dalende levensstandaard


Nog even een toevoeging op het item van 1 april naar aanleiding van Peter Verhaar's column op GS.
Ik beweerde het volgende
Wat duur is: de staat, oftewel de collectieve sector. Waarom moet de overheid 40 tot 50% van BNP zijn? 5% is veel beter. Socialisten en andere voorstanders van meer overheidsuitgaven zeggen altijd dat bezuinigen banen kost en welvaartsdaling brengt, maar ze begrijpen niet dat hoe groter de staat, hoe hoger de lasten voor de samenleving. Overheid is iets dat we ons moeten kunnen permitteren; het bestaat uit kosten die door de vrije economie moeten worden opgebracht.
De huidige crisis is een crisis van de overheid, die te duur is geworden. Bovendien: die dure pensioen- en werknemersverzekeringen zijn allemaal verplicht. Dus de staat dwingt ons hun verzekeringen af te nemen. Die dwang moet weg. De welvaartsstaat moet worden afgebouwd en niet gered door bezuinigingen.
hetbozeoog | 31-03-12 | 12:24 |
Nadat medereaguurder Muxje had gezegd dat overheidsdienaren doordat ze hun salaris uitgeven meehelpen de economie weer vlot te trekken antwoordde ik
@Muxje|31-03-12|13:08
Wat de staat aan een ambtenaar uitgeeft is kapitaal dat door de staat via belastingheffing aan de vrije economie heeft onttrokken. Dat geld wordt dus opgebracht door een inperking van de consumptie van alle anderen. (Denk Bastiat: Dat wat men ziet en dat wat men niet ziet).
De staat KOST een samenleving geld. Dat is een belangrijk inzicht. Collectieve regelingen zijn niet goed, maar slecht voor de economie. De komst van de welvaartsstaat heeft overal in het Westen (VS incluis) een DALING van de levenstandaard tot gevolg gehad!    hetbozeoog | 31-03-12 | 13:28 
Die bewering van een dalende levensstandaard in het Westen als gevolg van de dure welvaartsstaten wekte nogal verontwaardiging bij newbee-collega denk.toch.eens.na. (op 13:33). Maar laten we alleen eens kijken hoe gezinnen het kopen van een huis bekostigen. In de vijftiger jaren kon iemand die niet al te weinig verdiende – laten we zeggen een onderwijzer – een hypotheek betalen mits hij dertig jaar netjes afbetaalde. Daarbij had hij thuis vrouw en kinderen die geen inkomen hadden, maar die geld kostten (school, b.v.). In onze tijd kunnen alleen tweeverdieners een huis betalen (tenzij er weer die door de overheid goedkoop gehouden of gesubsidieerde hypotheken op de markt worden gebracht, maar die moeten we echt uiteindelijk óók zelf allemaal opbrengen). Trouwens, dat hele 70er-jarenverschijnsel van de geëmancipeerde vrouw die mans genoeg was om te gaan werken was helemaal geen uiting van vrouwenbevrijding maar precies van een dalende levensstandaard, zoals ook het uiteenvallen van het instituut gezin een uiting is van een veel duurder levensonderhoud dan vroeger. De basis van zulke sociale instituten (en trouwens van de hele beschaving) is nu eenmaal economisch. Een gezin, een huis, alles kost wat. Overal moeten mensen keuzes maken.
De oorzaak is dus het feit dat de staat het inkomen van grote groepen productieve mensen ging afromen om dit onder niet-productieven te distribueren. Het sociale stelsel is geen vangnet maar een zware last voor degenen die het op moeten brengen, de werkenden. Pas wanneer ze van die last bevrijd zullen zijn kan er herstel optreden in onze levensstandaard.

zondag 1 april 2012

De relatie tussen sparen en investeren

De zaterdagse column van Peter Verhaar op GeenStijl.nl is altijd de aanleiding voor verhitte discussies in de commentaarsectie over de rol van de banken in de huidige crisis. Aan de door de deelnemers ingebrachte argumenten kun je zien hoe weinig mensen begrijpen van basale economische begrippen als: wat is de rol van sparen of wat is de rol van geld in een markt-economie. *
De doorsnee opvatting over sparen is de keynesiaanse idee dat bespaard – niet geconsumeerd – geld buiten de economie is geplaatst, dat het opgepot en niet actief is en dat het dus zaak is de mensen en de overheid tot het uitgeven van dat geld te bewegen. Vaak uit zich dit verlangen tijdens een economische crisis in oproepen in de media om niet al te negatief te doen “want de consument moet weer vertrouwen krijgen”. De consument is “het vertrouwen kwijt” en houdt een “koopstaking”, en als we met zijn allen maar positief doen krijgt de consument het vertrouwen weer terug en gaat weer geld uitgeven en pas wanneer de verkoopcijfers weer in de lift zitten wordt de crisis beëindigd verklaard.
Dit alles is onzinnig. Er is in werkelijkheid geen tegenstelling tussen sparen en investeren: alleen dat wat gespaard – niet uitgegeven – is kan worden geïnvesteerd. Alleen als er in een land een tijdlang netjes gespaard is vormt zich een voorraad kapitaal waaruit producenten kunnen lenen tegen betaling van een prijs die lager zal zijn naarmate het aanbod (de gevormde voorraad) van dat kapitaal hoger is. Die prijs heet de rente en die rentevoet is extreem belangrijk bij de regulatie van het investeringsgedrag van producenten. Immers, als lenen duur is zal de producent bepaalde projecten niet gaan ondernemen omdat ze hem niet winstgevend lijken. Maar is dat niet wat we willen? Ondernemers moeten toch investeren wil er economische activiteit zijn en banen gecreëerd worden? Maar het is precies de rente die nauwkeurig de wensen van de consument weerspiegelt en die de producent vertelt wat hij moet doen om voordelig te ondernemen. Als de rente hoog is heeft het geen zin te investeren in machines die consumentengoederen uitspuwen, omdat die hoge rente betekent dat mensen willen sparen en niet consumeren – overdreven gezegd. Investeerders zullen in dat geval wellicht aandelen kopen van mijnbouwbedrijven of iets dergelijks, dwz. ze zullen investeren in producten die uiteindelijk, pas na verloop van enige tijd tot de productie van consumptiegoederen zullen leiden. Tegen die tijd willen de mensen hopelijk weer wel consumeren.
Zolang de consumentenwensen in de rente tot uiting kunnen komen zal de ondernemer deze wensen nauwkeurig volgen, want dat is in zijn belang.
Misschien denkt u nu: Maar zo loopt het nu niet in de maatschappij. Is het niet de regering die via de centrale bank de rentevoet vaststelt? En de hoogte van díe rente heeft met mijn spaargedrag niets te maken, of wel? Precies. Het is de overheid die de connectie tussen de rente enerzijds en de wensen van de consument anderzijds heeft verbroken. Het is de overheid die altijd een lage rente wil omdat er dan geïnvesteerd wordt en banen gecreëerd worden. Iets waar politici zich graag op voor laten staan. Met behulp van centrale banken hebben de politici greep op de banken en de geldhoeveelheid en houden ze de rente laag. Maar daarmee hebben ze het natuurlijke marktreguleringsmechanisme verstoord en nu worden er investeringen gedaan die uiteindelijk niet winstgevend blijken omdat de consument niet bereid blijkt de marktprijs te betalen. Dit is de ware oorzaak van de economische crisissen die door de hele twintigste eeuw voorkomen.
In de huidige crisis zijn de banken geen schuldeloze slachtoffers van politieke belangen. Het is de ongezonde verknoping van banken en politiek die ten grondslag ligt aan de problemen. De politici hebben het nu zo voor elkaar dat ze onbeperkt geld kunnen uitgeven. Belastingheffing is niet populair, maar er is geen constitutionele grens aan de zwaarte ervan. Voor zo goedkoop mogelijk lenen – de tweede inkomstenbron van een overheid – hebben ze de banken nodig én hun politiële bevoegdheden die misbruikt worden om de rente laag te houden. Dit blijkt juist in deze crisis allemaal nog niet genoeg! Want de staten van het Westen zijn tegenwoordig allemaal enorm dure welvaartsstaten. Dus gebruikt men een derde, nogal louche manier om de rekeningen (kosten van rente en aflossing gecreëerd door het overmatige lenen) te kunnen blijven voldoen: inflatie. Men gebruikt de centrale banken om de geldhoeveelheid te laten toenemen – bankbiljetten bij te drukken – als gevolg waarvan de prijzen gaan stijgen en de waarde van uw spaargeld afneemt. Regelmatig blijkt dat de politici nieuwe verplichtingen te zijn aangegaan die ook helemaal niet onder controle gebracht kunnen worden. In de “moderne bureaucratische staat” groeien allerlei uitgaven en uitkeringen ongecontroleerd door waardoor dit soort kunstgrepen nodig worden geacht.
Men moet in het algemeen niet naar psychologische verklaringen zoeken voor economische problemen. Het gedrag van banken waarbij enorme bedragen worden uitgeleend aan niet kredietwaardige instituten (de PIIGS landen) of personen (uitkeringstrekkers met een Adjustible Rate Mortgage in de VS) wordt ogenblikkelijk verklaarbaar als we de politieke belangen die de economische rekening vervuilen in de beschouwing betrekken.

*Laat ik voor de degenen die zich hierover willen informeren bij mensen die er écht iets van af weten nog even verwijzen naar de afschriften van de op YouTube beschikbare lezingen door Salerno, Vieira en vooral Peter Schiff over de rol en geschiedenis van geld die op deze blog in de rechter bovenhoek te vinden zijn.

donderdag 29 maart 2012

Intussen in Amerika...

Het Supreme Court houdt hearings over Obamacare. Onderwerp is vooral het mandaat: mag de Amerikaanse overheid de burgers verplichten door de overheid aangeboden producten af te nemen? Te hopen is natuurlijk dat de Justices de hele zaak onconstitutioneel verklaren. Te hopen valt nog meer dat het Court de hele serie usurpaties die de overheid sinds de New Deal (of nog verder terug: bijv. tot aan de Burgeroorlog toen het Supreme Court zijn fiat gaf aan het recht van het US Congress om papiergeld uit te geven dat het tot dan toe verboden was) jegens de Constitutie heeft gepleegd, terugdraait. Dat laatste is enigszins onwaarschijnlijk, maar dat de constitutionaliteit van het gezondheidszorgplannetje van de Democraten zo meteen verdwenen kan zijn, daarop moeten we allemaal hopen.
Rest de vraag, waarom is het bij ons nooit een kwestie geweest of de overheid het recht heeft om gebruik te maken van zijn politiële bevoegdheden om de burgers te dwingen bepaalde producten (i.c. ziektekostenverzekeringen) af te nemen?

dinsdag 6 maart 2012

Manipuleren centrale banken de markten?

Over de prijsval van goud en zilver van afgelopen woensdag:
Ogenblikkelijk waren er stemmen die spraken over manipulatie door de Working Group on Financial Markets. Deze site heeft zelfs een lijstje met managers en analisten die dachten dat het zaakje stonk.
Indeed a common theme among all these reports is that a single seller sold massive amounts of futures into the market without regard to getting the best possible price. 
Maar het is zoals "goudexpert" zegt: deze handeling duidt op wanhoop bij de autoriteiten. De artificieel lage rentevoet en dit soort manipulaties is het enige dat de crisis nog van de rijkere Europese landen en de VS vandaan houdt. Er lijkt helemaal geen wil te bestaan om de massieve schulden op een nette manier te liquideren en dus wordt het scenario steeds waarschijnlijker dat de onevenwichtigheden met een klap door de markt worden rechtgetrokken, i.c. hyperinflatie in de VS of Europa of beide.

donderdag 1 maart 2012

Goud breekt niet uit

OK, goud breekt niet uit, maar valt ongeveer $85 vandaag (-5%). Zilver ging met $2,50 omlaag (-6%) en olie ook met $2,50. (Olie ging van $107,-- naar $105,25 maar is nu al weer terug op het oude niveau). Dit op een toespraak van Bernanke voor het Congres. Blijkbaar geloven de investeerders deze vent nog steeds als hij zegt dat er geen inflationaire druk is. Dat is dan hun probleem. Geloof hechten aan de inflation-creator-in-chief levert ze uiteindelijk verlies op. Het zal niet erg lang duren tot goud en zilver -en olie- nieuwe records breken.

donderdag 23 februari 2012

Goudprijs breekt uit

Goud, maar ook olie lijken uit te breken. Naar boven wel te verstaan. Goud kost € 25 meer dan vorige week en kost ongeveer €1.340,-- of $1.775,-- ($20 meer dan gisteren). Olie kost nu ongeveer $106 per vat. Nu zijn dat soort sprongen niet uitzonderlijk. Ze zakken ook wel eens met dat soort bedragen. Maar kijk naar de lange termijn trend. Dan stijgt de prijs alleen maar.
(Zie ook de vorige twee postings, waarin immers uit de doeken wordt gedaan dat olie in termen van goud niet duurder wordt.)

Het is geen toeval dat de olieprijs dezelfde dynamiek heeft. Beide prijzen weerspiegelen geen afnemende olie- of goudvoorraad of iets dergelijks, maar de zwakte van 's werelds papieren valuta's. Die worden naar behoefte bijgedukt door de centrale bank, de partner-in-crime in monetaire zaken van de overheid . De dollar is er het slechtst aan toe, maar alle regeringen ter wereld vrezen de val van de dollar, want iedereen heeft dollars in de kluis als reserve. De dollar is de reserve valuta van de wereld. Daarom blijven investeerders de nationale schuld van de Verenigde Staten opkopen. Pas als ze door krijgen dat ze waardeloos papier kopen houdt die waanzin op.